België moet meewerken aan VN-onderzoek naar dood Dag Hammerskjöld

14 maart 2018 - gepubliceerd in Mo*

Beweren dat het verleden voorbji is, is een privilege voor de machtigen. Daarom houdt België zijn koloniale archieven gesloten en begrijpen blanke Europeanen de actuele vraag naar dekolonisering niet. Het onderzoek naar een dodelijk ongeval met een VN-secretaris-generaal van bijna 60 jaar geleden zou daar verandering in kunnen brengen. Tenminste, als de Belgische regering wil meewerken.

 

Op 18 september 1961 verongelukte een vliegtuig waarin VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjöld zat. Dat zou een historisch detail zijn, ware het niet dat Hammarskjöld opgestegen was in Leopoldstad en op weg was naar een ontmoeting met de president van het zichzelf onafhankelijk verklaarde Katanga. Het ongeluk gebeurde, met andere woorden, midden in de naweeën van de Belgische kolonisatie, midden in de strijd om de Katangese grondstoffen en midden in een agressiever wordende Koude Oorlog.

57 jaar na de dood van de VN-secretaris-generaal is nog steeds niet duidelijk of de bizarre vliegtuigcrash een ongeluk of een aanslag was. Indien het een aanslag was, wie waren dan de moordenaars en de opdrachtgevers en wat waren hun motieven? Dwingt dit dossier onze regering tot een “dekolonisering” van onze archieven? Een recente resolutie van de Verenigde Naties zet alvast zware druk op ons land om eindelijk volledige openheid te geven over wat we weten van de zaak.

 

 

Onbetrouwbare getuigen

Timothy Jaranda Kankasa en zijn vrouw woonden dicht bij de plaats van de crash van het vliegtuig van de secretaris-generaal. Ze waren er heel zeker van. Ze hadden twee kleinere vliegtuigen en een vuurbal in de lucht gezien. Andere mensen in de buurt zegden hetzelfde aan de Engelse onderzoekers, maar die geloofden hen niet. Ze deden de getuigenissen van Kankasa en de andere bewoners uit de buurt af als vergissingen. De Engelse onderzoekers van de crash hielden het op een vliegtuigongeluk. De getuigenissen van de Afrikanen pasten niet in het blanke verhaal. “White supremacy”, noemt onderzoekster Susan Williams dat. Het zou meer dan een halve eeuw duren eer getuigenissen zoals die van Kankasa een plaats zouden krijgen in de geschiedenis van de dramatische dood van VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjöld.

 

Een bijzonder man

Dag Hammarskjöld was een belangrijke Zweedse diplomaat die van 1953 tot zijn dood op 18 september 1961 secretaris-generaal van de Verenigde Naties was. Hammarskjöld was passioneel begaan met het doen respecteren van het charter van de Verenigde Naties. Hij zag de Verenigde Naties als een sterke organisatie die zo nodig resoluut moest ingaan tegen landen die het internationaal recht niet respecteerden. Hammarskjöld aarzelde niet om kleine landen te verdedigen tegen de grootmachten. Zowel in Washington, London als Moskou lag de secretaris-generaal heel slecht.

In september 1961 is Hammarskjöld in Congo om proberen een einde te maken aan de afscheidingsoorlog in Katanga. Die provincie had zich onmiddellijk na de onafhankelijkheid van Congo afgescheurd. De VN zette zwaar in op de pacificatie van Congo en had zelfs blauwhelmen gestuurd. Op 17 september 1961 stijgt het vliegtuig met Dag Hammarskjöld en zijn medewerkers op van Leopoldstad[1] (nu Kinshasa) richting Ndola, een stad juist over de grens in Noord-Rhodesië (nu Zambia). Hammarskjöld wil er met de Katangese “president” Moïse Tshombé een staakt-het-vuren onderhandelen. Op enkele kilometers voor de luchthaven van Ndola stort zijn vliegtuig neer. Vijftien inzittenden, waaronder de secretaris-generaal, komen onmiddellijk om. Een zestiende inzittende sterft enkele dagen later aan zijn verwondingen. Hij heeft net nog kunnen verklaren dat er voor de crash een ontploffing is geweest.

De dood van Hammarskjöld jaagt een schokgolf door de wereld. Velen denken onmiddellijk aan een moordaanslag. Tot vandaag is dat niet bewezen. Twee onderzoeken onmiddellijk na het ongeluk, geleid door de Engelsen, spreken van een fout van de piloot. Een onderzoek van de VN in 1962 komt tot het besluit dat de oorzaak van het ongeluk niet te vinden is.

Al gauw circuleren een reeks theorieën over de oorzaak van de crash, theorieën die decennia meegaan, uitgespit worden of jaren later met enkele variaties opnieuw de wereld worden ingestuurd. Er rijzen ook vragen over de rol van enkele Westerse landen. Begin jaren ’60 waren veiligheidsdiensten van verschillende landen actief in de regio, waaronder zeker die van de VS, het VK en België. België en het VK hadden, via het mijnbouwbedrijf Union Minière, grote belangen in Katanga. Volgens sommigen haalde een vliegtuig van de Katangese secessionisten het VN-vliegtuig neer. De piloot zou de Belg Jan van Risseghem geweest zijn, een gewezen piloot van de Britse luchtmacht tijdens de Tweede Wereldoorlog. In 1961 was hij als huurling commandant van de Katangese luchtmacht. Van Risseghem heeft dit altijd ontkend. Hij overleed in 2007.  Anderen spraken van een bom die verstopt was in het vliegtuig en net voor de geplande landing ontplofte.  Een hele reeks actoren wordt genoemd in verschillende hypothesen: de CIA, de Britse inlichtingendienst MI5, Union Minière en de Zuid-Afrikaanse inlichtingendiensten. Hammarskjöld zou teveel de kant gekozen hebben van het onafhankelijke Congo en ingegaan zijn tegen de belangen van Westerse mijnbouwbedrijven die bang waren van een Congo dat de kant kon kiezen van de Sovjetunie.

 

Cyprus & de NSA

Gedurende decennia komen er weinig relevante nieuwe feiten boven water. Maar in de jaren 2000 verandert dat. Journalisten en onderzoekers vinden nieuwe archiefstukken. Zo blijkt een lid van de Amerikaanse inlichtingendienst NSA[2] op Cyprus op de bewuste nacht een gesprek gehoord te hebben in een cockpit van een vliegtuig in Ndola. De piloot zegt dat een DC-6 - het vliegtuig van Hammarskjöld - , nadert. Dan hoort de man op Cyprus het geluid van machinegeweer en de woorden “I’ve hit it.”

In 2011 publiceert Susan Williams, onderzoekster aan de University of London, haar boek “Who killed Hammarskjöld? The UN, the cold war and white supremacy in Africa.”[3] Het boek is het resultaat van jarenlang onderzoek in archieven en van vele tientallen gesprekken met mensen die de zaak van ver of dicht gevolgd hebben. Williams publiceert veel nieuwe zaken en toont duidelijk fouten aan bij de onderzoeken in de jaren ’60. Ze geeft ook een indrukwekkend relaas van de koloniale geesten in die tijd. Getuigenissen van zwarte bewoners in de buurt die niet pasten in het plaatje van een ongeluk werden opzijgeschoven, blanke getuigenissen die wel van pas komen werden juist bevonden.  Ze onderzoekt verschillende hypothesen en besluit dat alles wijst in de richting van een bewuste interventie door een of meerdere vliegtuigen, met als gevolg de crash van het VN-vliegtuig. Het is volgens haar dan ook absoluut noodzakelijk om alle archieven open te gooien om de waarheid aan het licht te brengen. Daarbij gaat het op de eerste plaats om archieven van inlichtingendiensten van landen die betrokken waren in het toenmalig conflict in Congo: de VS, het VK, Zuid-Afrika en.. België.

Het boek van Williams verhoogt de druk voor een nieuw onderzoek door de VN. In december 2014 beslist de VN een panel van onafhankelijke deskundigen te vragen om zich te buigen over het dossier. Twee jaar later lanceert de VN formeel een nieuw onderzoek, waardoor de VN erkent dat de besluiten van haar onderzoek in de jaren ’60 zouden kunnen verkeerd zijn. Mohammed Chande Othman, gewezen toprechter uit Tanzania, krijgt de leiding van het nieuwe onderzoek. In september 2017 publiceert hij zijn rapport, 63 bladzijden lang, en onder meer gebaseerd op nieuwe bronnen van de VS, het VK en België.[4] Zijn besluiten zijn heel relevant. Er is een “significant amount of evidence” dat het vliegtuig neergehaald werd door een ander vliegtuig. De regeringen van de VS en het UK hebben in die periode ook radioverkeer onderschept en het openbaar maken van die opnames zou interessante zaken aan het licht kunnen brengen, zegt Othman. Othman bevestigt de stelling van Williams dat de vroegere onderzoeken de getuigenissen van plaatselijke bewoners, die het hadden over een tweede vliegtuig en lichtflitsen in de nachtelijke hemel, veronachtzaamd hebben. Er was wel degelijk sprake van “white supremacy”.

Verder herneemt het rapport van Othman het reeds in het boek van Williams opgenomen merkwaardige verhaal van een Franse diplomaat, Claude De Kemoularia. Hij zou in 1967 een lang en belangrijk gesprek gehad hebben met een Belgische huurling met de naam Beukels. Die werkte als piloot voor de rebellen. Hij vertelde dat zijn opdracht was om het vliegtuig van Dag Hammarskjöld af te leiden naar het vliegveld van Kolwezi, waar een “influential European company executive” met hem zou spreken. Die man zou er de secretaris-generaal van de VN proberen te overtuigen om de onafhankelijkheid van Katanga te erkennen. Beukels zei dat hij de piloot van het VN-vliegtuig vroeg om naar Kolwezi te vliegen. Toen die niet inging op de vraag, loste hij waarschuwingsschoten, maar hij zou per ongeluk het vliegtuig geraakt hebben, met een noodlottig gevolg. Othman kon de precieze identiteit van Beukels niet vaststellen. De Belgische regering stelt dat ze in hun archieven niets gevonden hebben over hem. Dat is merkwaardig, want het wereldje van huurlingen was klein en er waren maar weinig piloten bij.

Het besluit van Othman is duidelijk:  “Based on the totality of the information we have at hand, it appears plausible that external attack or threat may have been a cause of the crash, whether by way of direct attack causing SE-BDY[5] to crash, or by causing a momentary distraction of the pilots.” Het is dus mogelijk dat het vliegtuig van de secretaris-generaal van de VN aangevallen werd door een ander vliegtuig. Wie had de opdracht gegeven? Wat was de bedoeling? Was de inzet dan zo groot dat men overging tot geweld op de belangrijkste diplomaat ter wereld?

Nieuwe resolutie

Op 24 december 2017 keurt de Algemene Vergadering van de VN een nieuwe resolutie goed. Rechter Othman krijgt een nieuwe opdracht. Hij moet nieuwe informatie zoeken en analyseren. De lidstaten moeten alle relevante informatie aan hem doorsturen, ook geclassificeerde informatie van hun veiligheidsdiensten. Daarbij gaat het natuurlijk om de eerste plaats om de CIA en de MI5, maar de vraag rijst natuurlijk ook welke informatie Belgische veiligheidsdiensten in hun archieven hebben. Het is moeilijk te geloven dat ze niet van dichtbij de gebeurtenissen in Katanga, voor en na de dood van de secretaris-generaal, gevolgd hebben.

De resolutie vraagt ook dat de lidstaten een hoge, onafhankelijke ambtenaar aanduiden om een nauwkeurig onderzoek te doen van de in de archieven van de veiligheidsdiensten aanwezige informatie en de resultaten ervan over te maken aan rechter Othman. Begin maart 2018 was die nog altijd niet aangeduid. Minister Reynders zei in de Kamer dat de gesprekken over zijn mandaat aan de gang zijn. Ik kan me inbeelden dat de bazen van de veiligheidsdiensten zijn beweegruimte willen beperken. Op hun vraag werd in 2017 trouwens de toegankelijkheid tot bepaalde archieven nog verstrengd. De Belgische veiligheidsdiensten zijn gekend om hun bijzonder gesloten cultuur als het om archieven gaat, zelfs om stukken van een halve eeuw geleden. In de VS en de VK is er veel meer openheid, terwijl hun belangen toch groter zijn. Wat de VS betreft, zijn bijvoorbeeld zeer veel documenten over de diplomatieke contacten tussen Israël en de VS over de militaire aspecten van het nucleair programma van Israël openbaar, terwijl dit toch bij uitstek gevoelige materie is. In het dossier van Dag Hammarskjöld zouden de ministers Koen Geens en Steven Vandeput, respectievelijk bevoegd voor de Staatsveiligheid en de Militaire Veiligheid, nu groen licht moeten geven aan een topambtenaar voor een onbeperkte toegang aan de archieven.

 

Dekoloniseer de archieven

De keerzijde van dit tragisch dossier is dat het een kans biedt aan ons land om een stap vooruit te zetten in de omgang met ons koloniaal verleden. Geef een hoge en onafhankelijke ambtenaar toegang tot alle archieven, op de eerste plaats die van onze veiligheidsdiensten. Laat hem of haar een rapport maken en dat meedelen aan de Verenigde Naties zoals de VN-resolutie bepaalt. Publiceer het rapport, welke informatie het ook mag bevatten. Dat kan best heel hard zijn voor ons land, maar dat is dan maar zo. We moeten ons koloniaal verleden maar eindelijk recht in de ogen zien. Het is een kwestie van volwassen omgaan met het verleden en ook noodzakelijk uit respect voor alle betrokkenen. In februari 2002 gaf de Belgische overheid toe "onmiskenbare verantwoordelijkheid te hebben gehad in de gebeurtenissen die tot Lumumba's dood hebben geleid". Dat was het gevolg van de werkzaamheden van een parlementaire onderzoekscommissie die het dossier vele maanden had uitgespit. Ofwel geeft de regering in de loop van volgende weken aan een topambtenaar groen licht voor een onbeperkte toegang tot de archieven van onze veiligheidsdiensten, ofwel moet het parlement het dossier maar naar zich toetrekken en desnoods een onderzoekscommissie instellen. Die kan, net zoals dat gebeurde in het dossier van de moord op Lumumba, de zaak van naaldje tot draadje uitvlooien. Bijna 60 jaar na de tragische dood van de secretaris-generaal van de VN en 15 andere inzittenden van het VN-vliegtuig is het tijd om de waarheid te kennen. Benieuwd of de “white supremacy” bakzeilt haalt of niet.

 

Luc Barbé

 



[1] Ik gebruik in dit artikel bewust de namen van toen. Ze illustreren de toenmalige gang van zaken.

[2] National Security Agency. De fameuze NSA waarvan we ondertussen weten dat die op grote schaal spioneerde, ook bij bevriende landen.

[3] Terwijl onze boekhandels vol liggen met (Nederlandstalige) boeken over de Eerste en Tweede Wereldoorlog, werd dit boek niet eens vertaald in het Nederlands. Ik heb uiteraard geen probleem met de vele publicaties over de wereldoorlogen, maar dit zegt op zich wel iets over wat we wel en niet belangrijk vinden in de geschiedenis van ons land.

[4] http://www.daghammarskjold.se/wp-content/uploads/2017/10/1714487E-Final.pdf Het rapport bevat onder meer informatie over Belgische huurlingen.

[5] Het nummer van het vliegtuig van Dag Hammarskjöld.