Twee haibuns: Buigen / De fiets

Vuursteen, lente 2019

BUIGEN

Ik had zo uitgekeken naar het bezoek. Na maandenlang lezen over boeddhisme, trok ik naar de opendeurdag van het boeddhistisch centrum in mijn stad. De ontvangst was warm en hartelijk. In een vergaderzaaltje vertelden drie ordeleden bij thee en kaneelkoekjes op een doorleefde manier over hun leven en werk. Daarna gingen we naar de meditatieruimte. Dat er een Boeddhabeeld met bloemen en kaarsen stond, verwonderde noch stoorde me. Maar toen de drie boeddhisten een voor een heel diep en lang voor het beeld bogen, was ik helemaal de kluts kwijt. Buigen voor een beeld? Ik had het sinds mijn tienerjaren niet meer gezien. Ik voelde me helemaal teruggeworpen in de tijd toen ik als een kleine, zondige mier met de rest van de familie boog voor een almachtige god. Een van de boeddhisten merkte mijn consternatie op en zei dat het een “ander buigen” was, een buigen van respect voor een bereikbaar ideaal, niet voor een transcendent opperwezen. “Maar het hoeft niet.”, voegde hij eraan toe. “Je beslist er zelf over. Je kan je respect ook op een andere manier tonen, door een kaarsje aan te steken of bloemen mee te brengen.”

 

Omdat hij niet kan buigen

strooit de appelboom bloemblaadjes

voor de boeddha.

 

 

DE FIETS

Toen ik thuis kwam, stond haar fiets opnieuw vooraan in de gang. Ik kon nauwelijks passeren. Ik had haar al tientallen keren gevraagd haar fiets verder in de gang te zetten, zodat ik vlot door kon. We hadden er op mijn vraag formeel een afspraak over gemaakt. Het mocht niet baten. De fiets stond weer op de verkeerde plaats. Ik voelde me genegeerd. Ze deed er om. Ze wou haar macht tonen. Ik ging humeurig de trap op en wist al welke rituelen er nu zouden volgen. Rituelen die oude en energievretende patronen nog dieper op de harde schijf van onze relatie zouden graveren. Onze avond was verprutst voor hij begonnen was.

 

op het bergpad

vloog uit de karrensporen

een wolk blauwtjes op